Stel je voor dat je wasmachine het plotseling begeeft. Of dat je auto na een ongeluk total loss wordt verklaard, waardoor je een nieuwe nodig hebt. Voor al dat soort situaties is het handig om een financiële buffer te hebben. Daarmee kun je financiële tegenvallers opvangen zonder dat je met je vaste lasten in de knoop komt. Maar hoeveel financiële buffer heb je nodig? En hoe bouw je zo’n buffer voor onverwachte kosten op?
Een financiële buffer is een bedrag aan spaargeld waar je op kunt terugvallen als je voor onverwachte kosten komt te staan of als je financiële situatie plotseling heel erg verandert.
Daarbij maak je vaak onderscheid tussen een back-up voor onverwachte kosten (zoals groot onderhoud aan de auto of de vervanging van een lek dak) en een back-up voor als je plotseling terugvalt in je inkomen (bijvoorbeeld door ontslag of ziekte).
Een grote verandering in je financiële situatie vraagt uiteraard om een grotere buffer. Als je je baan verliest, moet je een paar maanden zonder inkomen kunnen opvangen. Daar heb je een paar maandsalarissen aan spaargeld voor nodig. Of een goede verzekering (als extra buffer). Zo'n verzekering is er namelijk juist om je voor dit soort grote financiële risico’s te behoeden.
Ga over het algemeen uit van 2-3 maandsalarissen als goede financiële buffer voor een alleenstaande. Voor een samenwonend stel moet je uitgaan van 3-4 maandsalarissen. Heb je een gezin? Reken dan op 4-5 maandsalarissen.
Hoeveel financiële buffer je nodig hebt, verschilt dus sterk per persoon en per situatie. Zo zal een alleenstaande minder buffer nodig hebben dan een gezin met 3 kinderen. En je kunt je vast voorstellen dat je met meer kosten rekening moet houden als je een grote gezinswagen hebt dan wanneer je een klein tweedehands autootje hebt.
Je precieze bufferbedrag hangt in ieder geval van het volgende af:
Het Nibud biedt een handige BufferBerekenaar, die je advies geeft over hoeveel financiële buffer jij nodig hebt. De berekenaar kijkt welk bedrag een aantal mogelijke onverwachte kosten voor jou zouden bedragen. Daarna kun je zelf kijken welke buffer jij handig vindt om daarvoor achter de hand te hebben. Let wel op: de buffer die uit deze berekening komt, houdt nog geen rekening met extra spaargeld voor bijvoorbeeld het verlies van je baan.
Voor een alleenstaande raadt het Nibud aan om minimaal € 9.000 achter de hand te hebben en voor een gezin met 2 kinderen zo’n € 12.400.
Met een eigen auto en koophuis is het overigens handig om nog wat meer spaargeld achter de hand te hebben. Je draait dan ook op voor de kosten als bijvoorbeeld je dak lek blijkt of als de auto waarmee je dagelijks naar je werk gaat niet meer wil starten. Dat kunnen flinke kostenposten zijn.
De meeste gezinnen sparen nog wat meer. Volgens CBS-cijfers hadden Nederlanders in 2023 gemiddeld een bank- en spaartegoed van € 52.300. De doorsnee was € 21.100. Dit betekent dat de helft van de Nederlandse huishoudens méér dan € 21.100 aan bank- en spaartegoed heeft en de helft minder dan dit bedrag.
De blog Geld.nl gaf eerder aan dat alleenstaanden met een huurwoning gemiddeld zo’n € 5.000 op hun spaarrekening staan, kinderloze stellen met een huurwoningen zo’n € 16.600, stellen met kinderen en een koopwoning zo’n € 27.750 en stellen zonder kinderen met een koopwoning ongeveer € 35.000.
Je weet inmiddels dat een buffer handig is om te hebben. Maar hoe kun je zo’n financiële buffer opbouwen? Een paar tips: