Drastische oplossingen nodig voor grote woningnood in Amsterdam
Kun je met de huizengekte nog wel een woning in de hoofdstad bemachtigen?
De woningprijzen rijzen in heel Nederland de pan uit, maar in Amsterdam is het al helemaal extreem. Meer dan een ton overbieden is daar niet vreemd meer. Jerry Wijnen, voorzitter van de Makelaars Vereniging Amsterdam, pleit voor verregaande maatregelen in een artikel in De Telegraaf. Welke kansen heb je nog als je een koophuis in Amsterdam wilt bemachtigen? En hoe kunnen we het tij keren?
Volgens Wijnen zijn de bizarre prijzen die op dit moment voor woningen in de hoofdstad worden neergeteld logisch te verklaren. Kopers hebben nauwelijks nog oog voor wat een woning waard is. Ze kijken eerder naar wat hun maandlasten zullen worden en of ze die kunnen ophoesten, zo luidt zijn redenatie. Doordat de hypotheekrente op dit moment laag ligt, vallen de maandlasten mensen vaak relatief gezien mee. Vaak zetten mensen de hypotheek met lage rente voor twintig jaar vast en kijken ze meer naar die lage maandlasten dan naar wat het huis waard is.
Zo licht Wijnen toe in De Telegraaf: “Mensen denken […] helemaal niet meer na over wat een huis waard is, maar ze kijken wat ze kunnen betalen en dat is op zich een gevaarlijke ontwikkeling.” Ook al is hij al jarenlang makelaar in Amsterdam, Wijnen verbaast zich regelmatig over wat Amsterdamse woningen op dit moment opleveren.
Zelfs voor mensen met een goed budget en forse overwaarde kan het lastig zijn met het huidige huizengeweld een koophuis te vinden, zo heeft Wijnen zelf ervaren. Ook als iemand fors meer biedt dan een woning volgens een taxatie waard is, gaat het huis soms aan hun neus voorbij.
Het probleem is volgens Wijnen heel helder. Er zijn aan de ene kant te weinig woningen en aan de andere kant staat de rente heel laag. Verder is de doorstroming van Amsterdammers naar een volgend huis uitzonderlijk laag, waardoor er nauwelijks te koop staande woningen bij komen. “Veel Amsterdammers zitten te lang in een woning die niet meer geschikt voor hen is”, zo stelt hij. “Er zijn bijvoorbeeld weinig ouderenwoningen, waardoor veel ouderen in een eengezinswoning blijven zitten. Als zij meer gestimuleerd worden om te verhuizen, komen er veel meer potentiële gezinswoningen vrij.”
Verder benadrukt Wijnen dat de overheid alsmaar internationale bedrijven naar de hoofdstad haalt. Ook de medewerkers van die organisaties hebben behoefte aan woonruimte. Dat voert de druk op de woningmarkt alleen maar verder op.
De meest voor de hand liggende oplossing is volgens Wijnen om woningen bij te bouwen. Het enige probleem is dat ook de grondprijzen torenhoog liggen, wat zich dan weer doorvertaalt in hoge huur- of aankoopprijzen. Zo blijven we in een cirkeltje draaien.
Volgens de Amsterdamse makelaar zit er maar één ding op: meer hoogbouw aan de randen van de stad. Zo kunnen meer mensen op een kleiner aantal vierkante meters grondoppervlak wonen. Hij noemt Sluisbuurt en Haven-Stad als twee buitenwijken waar nog veel meer gebouwd kan worden.
Daarnaast gelooft Wijnen in een andere verdeelsleutel voor nieuwbouwwoningen: 40% in plaats van 20% nieuwbouw (en daarnaast 30% sociale huur en 30% middenhuur, terwijl de gemeente nu 40 en 40% aanhoudt).
Bron: De Telegraaf
